Als u van plan bent personeel te gaan aannemen is het belangrijk dat u zich aanmeldt als werkgever bij de Belastingdienst. Wanneer u personeel heeft moet u namelijk periodiek een loonaangifte indienen.

Als er een pensioenfonds van toepassing is, dan wordt dit in de meeste gevallen door de Belastingdienst doorgegeven aan het betreffende pensioenfonds.

Verder het verplicht u aan te sluiten bij een Arbodienst en is het verstandig om u te laten adviseren over een verzuimverzekering, zodat de loonkosten tijdens ziekte van een medewerker worden gedekt.

Een werkgever is verplicht om een kopie te maken van het identiteitsbewijs van de medewerker en deze te bewaren. Het identiteitsbewijs mag geen rijbewijs zijn en moet  geldig zijn op het moment dat de medewerker in dienst treedt.

Verder dient de medewerker schriftelijk aan te geven of loonheffingskorting wel of niet toegepast moet worden. Hiervoor wordt vaak een ‘model opgaaf gegevens voor de loonheffingen’ gebruikt.

Als u een medewerker of stagiair in dienst neemt die onder een van de volgende vier doelgroepen valt, kunt u in aanmerking komen voor het loonkostenvoordeel (LKV):

• Een oudere medewerker (56 jaar en ouder)
• Een arbeidsbeperkte medewerker die u nieuw in dienst neemt
• Een arbeidsbeperkte medewerker die wordt herplaatst
• Een medewerker uit de doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden

Nadat de medewerker de doelgroepverklaring heeft aangevraagd en aan u heeft overhandigd, kunt u het LKV toepassen.  Dit voordeel kan, afhankelijk van de doelgroep, maximaal drie jaar worden toegepast en oplopen tot maximaal € 6.000,00 per kalenderjaar.

Hierbij is het van belang dat de aanvraag van de doelgroepverklaring binnen drie maanden nadat de werknemer bij u in dienst is gekomen wordt aangevraagd. Na deze drie maanden vervalt het recht op de doelgroepverklaring en mag er geen LKV meer aangevraagd worden.

Als een medewerker een auto van de zaak krijgt, is het verstandig om hier de rechten en plichten over vast te leggen. Dit kan in de arbeidsovereenkomst of in een aanvullende overeenkomst.

De gegevens van de auto moeten meegenomen worden in de aangifte loonbelasting. De Belastingdienst wil weten welke medewerker een auto tot zijn beschikking heeft. In de hoofregel wordt hier op de salarisstrook van de medewerker een bijtelling voor privégebruik voor berekend.

Bij de volgende mogelijkheden hoeft er bij de medewerker geen bijtelling berekend te worden:

• De betreffende auto wordt uitsluitend zakelijk gebruikt en wordt door de medewerker ook niet gebruikt voor woon-werk-verkeer.
• De medewerker heeft met zijn/haar DigiD een beschikking aangevraagd via de website van de Belastingdienst. Hierin verklaart de medewerker, behalve voor de woon-werk-kilometers, privé geen gebruik te maken van de auto. De medewerker moet hiervoor wel een kilometerregistratie bijhouden.
• Het is een bestelauto waarin alleen zakelijk kan worden gereden

Een werkgever mag volgende de wetgeving een netto vergoeding geven van maximaal € 0,19 per kilometer. Echter bent u als werkgever dit niet verplicht. In veel cao’s zijn hier afspraken over gemaakt. Als je onder een cao valt, dan moet u als werkgever zich in ieder geval aan

Een reiskostenvergoeding is een vergoeding bedoeld ter compensatie van de kosten die de medewerker maakt voor de reis naar de werkplek.  In veel bedrijven worden hier afspraken overgemaakt. Een werkgever mag volgends de wetgeving een onbelaste vergoeding geven van maximaal € 0,19 per kilometer. U bent dit als werkgever niet verplicht. In veel cao’s zijn hier afspraken over gemaakt. Werkgevers die onder de cao vallen, dienen deze in ieder geval te volgen.

U bent als werkgever niet verplicht om deze € 0,19 per kilometer aan te houden. Wanneer u een hoger bedrag per kilometer wilt betalen,  dient er over het meerdere belasting betaald te worden.

De uurlonen in de tabel zijn naar boven afgerond. Omrekenen leidt tot een iets hoger bedrag per dag, week of maand dan het wettelijke minimum. In de tabel per maand, week en dag vindt u de officiële bedragen.

De uurlonen in de tabel zijn naar boven afgerond. Omrekenen leidt tot een iets hoger bedrag per dag, week of maand dan het wettelijke minimum. In de tabel per maand, week en dag vindt u de officiële bedragen.

U kunt uw medewerker maximaal drie keer een tijdelijk arbeidsovereenkomst binnen 36 maanden geven.

Indien u de medewerker een vierde arbeidsovereenkomst aanbiedt, of de termijn van 36 maanden overschrijdt, dan is dit automatisch een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Hierbij geldt wel de aanvulling dat met ingang van 1 januari 2020 voor medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd 5% minder WW-premie afgedragen hoeft te worden dan voor medewerkers met een arbeidsovereenkmst voor bepaalde tijd.

In de eerste plaats moet u, in het kader van een leven lang leren, als ondernemer voor ogen hebben welke kant u met uw onderneming op wilt. U kunt hiermee bepalen welke kennis of vaardigheden u binnen uw onderneming nog nodig heeft om deze doelstelling te halen.

Daarnaast is het ook belangrijk om door middel van gesprekken met uw medewerker te bepalen wat de wensen van uw medewerker zijn en of deze aansluiten bij uw doelstelling. Wanneer beide overeenkomen, kunnen er bijvoorbeeld via een social fonds of via een cao diverse subsidiemogelijkheden zijn om u in de kosten tegemoet te komen. Tevens zijn er in een aantal cao’s diverse individuele opleidingsbudgetten verplicht.

Wanneer u bent aangesloten bij een branchevereniging, of wanneer in de arbeidsovereenkomst wordt verwezen naar de cao, is het mogelijk dat u toch verplicht bent om de cao te volgen indien deze (nog) niet algemeen verbindend verklaard is.

Als de cao wel algemeen verbindend verklaard is, bent u als werkgever verplicht op de cao verhoging door te voeren. Indien u dit niet doet, kan uw medewerker dit met terugwerkende kracht, claimen wat kan leiden tot een flinke nabetaling van het loon.

Twijfelt u of bovenstaande voor u van toepassing is, neem dan contact met ons op.

Hierbij is een cadeau alles dat in natura aan een medewerker wordt gegeven. Dit kan niet alleen een kerstpakket, een cadeaubon of een bos bloemen zijn, maar ook een barbecue of personeelsfeest.

Wanneer de geldwaarde hoger is dan € 25, valt deze binnen de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Deze vrije ruimte is voor 2020 bepaald op 1,7% van de eerste € 400.000 van uw bruto loonsom en 1,2% over de resterende loonsom. Wanneer de totale waarde van de geschenken hoger is dan deze vrije ruimte, dient over het hogere bedrag 80% eindheffing betaald te worden via de loonbelastingaangifte.

Een geldbonus kan op 2 manieren verwerkt worden. In de bovengenoemde vrije ruimte of als een bruto vergoeding. Als de geldbonus bruto verwerkt gaat worden, wordt over de vergoeding loonbelasting ingehouden.

Het is belangrijk vooraf te beoordelen welke manier van vergoeden het beste bij uw onderneming past en dit met ons te overleggen.

Wanneer er sprake is van een dodelijk of ernstig ongeval bent u  verplicht dit te melden bij de arbeidsinspectie. Er is sprake van een ernstig ongeval als er blijvend letsel optreedt of als er sprake is van een ziekenhuisopname.

Medewerkers hebben recht op wettelijk vier keer het aantal uren dat de medewerker per week werkt. Daarnaast gelden er mogelijk aanvullende afspraken die gemaakt zijn in de arbeidsovereenkomst of in de CAO die op uw onderneming van toepassing is.

U en uw medewerker krijgen een brief van de schuldeiser waarin wordt medegedeeld dat er door een uitspraak van een rechter op een deel van het loon van de medewerker beslag is gelegd. Hierbij houdt de  medewerker recht op een beslagvrije voet die ook in deze brief is vastgelegd. De gerechtsdeurwaarder kan alleen beslag leggen op het deel van het inkomen dat boven deze beslagvrije voet uitkomt. U moet bij elke salarisbetaling alles boven de beslagvrije voet overmaken aan de deurwaarder totdat de totale vordering voldaan is.

Wanneer u voor een van uw medewerkers een verzoek voor informatie krijgt voor het verstrekken van de loongegevens aan de deurwaarder, kunt u in een gesprek met uw medewerker ook adviseren om hulp te zoeken. Vaak kan dit bij de gemeente waarin uw medewerker woont of via een budgetcoach van de arbodienst.

De regeling wanbetalers CAK is hierop een uitzondering. Hiervoor geldt geen beslagvrije voet. De hogere nominale zorgpremie wordt dan, via de loonadministratie, aan het CAK afgedragen. In 2020 is deze premie € 141,50 per persoon per maand (in 2019 was dat € 138,50).

Soms is het wenselijk om de arbeidsovereenkomst met de medewerker te beëindigen. Uiteraard kan dit alleen pas als werkgever en medewerker voldoende inspanningen hebben verricht om dit te voorkomen.

In eerste plaats kan de arbeidsovereenkomst eindigen omdat werkgever en medewerker hier gezamenlijk tot besluiten. De werkgever en medewerker tekenen een vaststellingsovereenkomst waarin vermeld staat dat werkgever het dienstverband wil beëindigen en de medewerker na verschillende gesprekken akkoord gaat. Als dit niet lukt zijn er twee alternatieven.

Bij beëindiging wegens bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid moet er voor het ontslag toestemming gevraagd worden bij het UWV. Voor alle overige redenen moet er een verzoek tot ontbinding ingediend worden bij het kantongerecht.

Vaak wordt er aan het einde van het dienstverband met een vertrekkende medewerker een eindgesprek gehouden. Dit eindgesprek kan de werkgever belangrijke input geven over zijn HRM beleid. De vertrekkende medewerker kan volledig eerlijk zijn mening geven en u kunt daar lering uit trekken voor de toekomst. Op die manier kunt u voorkomen dat er meer medewerkers ongewenst uw organisatie verlaten.

Als de beëindiging van het dienstverband op uw initiatief is, heeft de medewerker sinds 1 januari 2020 recht op een transitievergoeding. Dit geldt niet alleen wanneer de medewerker ontslagen wordt, maar ook als de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd, of wordt ontbonden in de proeftijd.

De hoogte van deze transitievergoeding wordt niet meer afgerond naar halve jaren in dienst, maar tot op de dag nauwkeurig berekend en bedraagt 1/3 maandsalaris (inclusief vakantietoeslag) per half jaar.

Indien het dienstverband van een medewerker na 104 weken ziekte is beëindigd, kan er bij het UWV vanaf 1 april 2020  compensatie worden aangevraagd.  

Om hiervoor in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

• De medewerker is na 1 juli 2015 ontslagen wegens langdurige ziekte en is bij het eindigen van het dienstverband nog ziek
• De medewerker had wettelijk recht op een transitievergoeding
• De transitievergoeding is daadwerkelijk aan de medewerker betaald.

Dit moet worden aangetoond. Dit kan bijvoorbeeld met:

• De ontslagvergunning van het UWV of de ontbindingsbeschikking van de rechter
• De beëindigingsovereenkomst, als het met wederzijds goedvinden was. Hieruit moet wel blijken dat het ontslag wegens langdurige ziekte was.
• De gegevens die zijn gebruikt om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen.
• Een bewijs dat de (hele) transitievergoeding aan de medewerker is betaald. Dit kan bijvoorbeeld met een bankafschrift, of wanneer er in een batch betaald is, met een loonstrook.

De compensatie moet via de website van het UWV worden aangevraagd. Hiervoor is e-herkenning nodig met minimaal niveau 3. Wij kunnen u met deze aanvraag ondersteunen wanneer hiervoor de machtiging is afgegeven.

Bij het aflopen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dient minimaal een maand voordat de arbeidsovereenkomst verloopt een aanzegbrief aan de medewerker worden gegeven. Hierin dient aangegeven te worden of de arbeidsovereenkomst wel of niet wordt verlengd. Sinds 1 januari 2020 heeft de medewerker in deze situatie recht op uitbetaling van een transitievergoeding.